Mijn 6e zintuig
Ik had al een paar keer dood kunnen zijn. Door mijn 6e zintuig leef ik nog.
Mijn eerste bijna-dood moment had ik met elf jaar. Ik wandelde in die periode regelmatig met onze dalmatiër Norma door het hellingbos achter onze tuin. Ik passeerde dan altijd een mooi begroeide wand met een inham van zeker twee meter diep. De plek leek wel wat op een grot. Ik was er al eens binnen geweest tijdens verstoppertje spelen. Welnu, op een druilerige dag in de herfst liet ik Norma weer uit. Terwijl we ons vaste rondje liepen, begon het flink te regenen. Ik moest schuilen, zag de inham, klom omhoog en trok Norma mee de grot in. Terwijl we daar gezellig zaten, gebeurde er iets raars. Ik kreeg een vieze smaak in mijn mond en ‘iets’ streek langs mijn nek. De grot leek ook van kleur te veranderen en werd grauw. Ik begon sneller te ademen en voelde een enorme drang om weg te rennen. Weg. Weg. Weg. Mijn vreemde emotie sloeg nergens op, want de grot was zoals altijd. En toch volgde ik mijn drang, greep Norma bij haar halsband en kroop razendsnel naar buiten. Toen we de heuvel naar beneden stormden, hoorde ik boven me een dof geluid. Ik draaide me om en zag hoe de inham voor mijn ogen instortte.
De tweede keer dat mijn 6e zintuig mijn leven redde was tien jaar later, in Breda, waar ik destijds studeerde. Het was een zwoele avond in juni en ik was het Mastbos in gefietst om bij een vijver een zonsondergang te aquarellen. En terwijl ik daar in het gras zat en kleuren mengde, kreeg ik ineens weer die bittere smaak in mijn mond. Mijn nek voelde ook raar. Alsof duizenden mieren vanuit mijn hoofd richting mijn billen marcheerden. De vijver veranderde van kleur en werd flets. Zonder verder na te denken, sprong ik omhoog, gooide mijn schildersspullen in mijn tas, stapte op mijn fiets en racete in een noodgang het bos uit. Toen ik nog een km had te gaan, hoorde ik hoe een brommer me van achteren naderde. Een paar seconden later werd ik ingehaald door een enge vent. Hij zag er uit als de destijds populaire karikatuur Willempie van André van Duin. Gestoord dus. Hij duwde tegen m’n fiets in een poging mij ten val te brengen. Ik bleef Goddank overeind, trapte al gillend door en zag al het einde van het bos. Mijn belager zag het ook en boog af.
Het Willempie-incident bewees me dat er zoiets bestaat als een 6e zintuig. Nu ik dit wist, ging ik mijn 6e zintuig ook actief gebruiken. Zo leerde ik dat je sterke en minder sterke varianten van ‘nekmieren’ kunt voelen. Een zakkenroller die in Aken mijn beurs uit mijn tas wilde grissen, registreerde ik bijvoorbeeld maar vaag. De tsunami die op 26 december 2004 de oostkust van Sri Lanka zou vernietigen, voorvoelde ik daarentegen weer sterk. Toen ik namelijk in de zomer van 2004 voor de kerstvakantie een rondreis door dat prachtige eiland wilde boeken, begon mijn nek al te vibreren bij het zien van een foto. Vanwege mijn 'nekmieren' kozen we dat jaar dan ook voor Zuid-Afrika. De reis naar Sri Lanka stelden we uit tot 2009. Het werd een boeiende, maar ook een emotionele trektocht....